Magazine Logo

Er zijn 11 resultaten voor:

Placeholder image

Alternatieven voor de ooievaar

Fantasieën over vaderschap in gezinnen met een donorkind Oorspronkelijke titel: Alternatives to the stork; fatherhood fantasies in donor insemination families. Dit artikel is eerder verschenen in Studies in Gender and Sexuality 1(4): 371-397, 2000. Diane Ehrensaft, PhD, is hoogleraar aan het Wright Institute, Berkeley en docent aan het Psychoanalytisch Instituut van Noord-Californië. Ze is daarnaast hoofddocent bij het Children’s Psychotherapy Project, klinisch supervisor van de Afdeling Psychiatrie van het Mount Zion Medical Center van de Universiteit van Californië in San Francisco en de auteur van Spoiling Childhood. Door de voortplantingstechnologie zien zowel gezinnen als therapeuten zich geplaatst voor de uitdaging om te doorgronden wat er psychologisch gebeurt wanneer een kind geboren wordt met behulp van donorzaad of-eicellen. Dit artikel gaat in op één bepaald aspect van deze uitdaging: vaderimago’s en -fantasieën bij ouders, donoren en kinderen in gezinnen met een kind uit donorinseminatie. Vier psychodynamische onderwerpen worden onderzocht: ontkenning van de werkelijkheid en ontkenning van het onbewuste, de kracht van het onbewuste en van het ‘ongedachte weten, terugval naar en weerstand tegen deel-objectdenken, en paradoxale psychische constructie en destructie van de vader. In het verlengde van de theorie van Winnicott dat er geen kind is zonder moeder, concludeert de auteur dat er evenmin een kind is zonder al degenen die het kind maken en al degenen die het grootbrengen. Tien jaar geleden had ik een etentje met acht andere therapeuten. Ik greep de gelegenheid aan voor een informele consultatie en vroeg hulp voor een probleem waarmee ik op mijn werk was geconfronteerd. Ik had het drie jaar oude dochtertje van een lesbisch stel in behandeling, dat een van de moeders gekregen had via anonieme donorinseminatie. Sinds kort stapte Maddy, het kleine meisje, op elke man af die in haar crèche verscheen, pakte zijn been vast en vroeg smekend: ‘Ben jij mijn pappa?’ Thuis bleef ze constant die ene vraag stellen: ‘Waar is mijn pappa?’ De moeders wilden dat ik hen hielp om Maddy’s vraag zo subtiel mogelijk te beantwoorden, en op een manier die paste bij haar ontwikkeling. Tot mijn verbazing hadden mijn acht raadgevers evenzovele totaal verschillende (en zeer uitgesproken) adviezen. Deze varieerden van ‘Waarom wil je dat weten, liefje?’ via ‘Daar hebben we het wel over als je groter bent’, via ‘Je hebt geen pappa, schat’, via ‘Sommige kindjes hebben een pappa en een mamma, soms hebben ze twee pappa’s, soms twee mamma’s, en soms hebben ze alleen een pappa of alleen een mamma; en jij hebt twee mamma’s’, via ‘Er zijn pappa’s die kindjes maken en pappa’s die voor kindjes zorgen. Jij had een pappa die je gemaakt heeft, maar twee mamma’s die voor je zorgen’, tot ‘Jouw pappa was een lieve meneer die Mammie en Mama geholpen heeft met zaadjes voor Mammies eitje, zodat we jou konden krijgen.’

1-6-2004 - Diane Ehrensaft
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Antiek & Curiosa

De eenzame wereld van de familie van de patiënt Dorrit Noble Onderstaande brief is niet antiek en misschien ook geen curiositeit — behalve dan dat ouders zelden aan een medisch tijdschrift een brief sturen met klachten over hoe zij zich bejegend voelden tijdens de lange ziekenhuisopname van hun dochtertje. Het betreffende tijdschrift, The Lancet, is 362 jaar oud en heeft wereldwijd gezag; een goed medium dus om aandacht te vragen voor de positie van ouders in de kindergeneeskunde — als ouders en als zaakwaarnemers voor hun kind.

1-6-2004 - Dorrit Noble
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Bladeren - Portret van een Engelstalig tijdschrift op het gebied van ouderschap en ouderbegeleiding

Families in Society - The Journal of Contemporary Human Services Uitgave van de Alliance for Children and Families, 11700 West Lake Park Drive, Milwaukee, WI53224-3099, USA. E-mail: fis@alliancel.org. Verschijnt viermaal per jaar, totaal ongeveer 600 pp. Prijs particulier abonnement: $44 ($81 in Europa; on line $29). Vormgeving Wat een genoegen om dit tijdschrift (weer) te zien: het oudste vaktijdschrift van en voor maatschappelijk werkers, en de directe opvolger van Social Casework dat ik ijverig las toen ik veertig jaar geleden in de VS werkte. De titel moest natuurlijk veranderd worden in de tijd dat systeemdenken zijn intrede deed, maar echt veranderd is het blad niet. Toen al serieus, met zelden iets om te lachen of iets venijnigs of maatschappijkritisch, maar gedegen. Nog steeds een saaie omslag, maar een heldere lay-out en veel waar voor je geld. Toen 24 pagina’s personeelsadvertenties, zoals ook ons TMW die had; nu slechts eentje - van een uitgever.

1-6-2004 - Alice van der Pas
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Chronische ziekte als gezinsproces: veerkracht bevorderen vanuit het perspectief van de sociale ontwikkeling

In dit artikel worden interventies beschreven bij chronische ziekte vanuit een perspectief van de sociale ontwikkeling; de natuurlijke veranderingsprocessen bij overgangen in de gezinscyclus worden gebruikt om meer positieve ontwikkelingsresultaten te bereiken. Therapeutische interventies kunnen de veerkracht vergroten door cliënten de bestaande en nieuwe hulpbronnen beter te laten gebruiken. Zo kunnen ze doeltreffender omgaan met de eisen van de ziekte en de invloed daarvan op de gezamenlijke ontwikkeling. Een voorbeeld van een 13-jarig meisje met complexe chronische medische problemen en een aanzienlijke ontwikkelingsachterstand illustreert de therapeutische interventies speciaal bedoeld om de veerkracht van het gezin te vergroten bij de intree in de adolescentie en de overstap naar een andere school. Deze benadering impliceert dat men aandacht heeft voor de definitie die het gezin zelf geeft van het huidige probleem en de relevante voorgeschiedenis, dat een multidimensioneel en coherent verhaal wordt geconstrueerd van de ziekte en de invloed daarvan, met erkenning van stressoren, maar vooral met nadruk op de sterke punten. Strategieën van het gezin om in evenwicht te blijven in een voor de ontwikkeling stressvolle periode worden genormaliseerd. De interventies met moeder, dochter en gezin droegen bij aan een gunstiger verloop van de ziekte; verbeterden de communicatie gericht op wederzijds begrip en het samen oplossen van problemen en zorgden ervoor dat het gezin beter gebruik maakte van de bestaande en nieuwe hulpbronnen om zich nu en in de toekomst makkelijker te kunnen aanpassen aan de ontwikkelingen

1-6-2004 - Ester R. Shapiro
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

De mythe van interculturele deskundigheid

Interculturele deskundigheid is in het maatschappelijk werk tot een begrip geworden. In een postmoderne wereld waarin cultuur wordt beschouwd als door het individu of door de maatschappij geconstrueerd en zich ontwikkelend, manifesterend en waarneembaar in taal (Laird, 1998), is ‘cultureel deskundig’ worden een uitdagend perspectief. Hoe worden we deskundig in iets wat voortdurend verandert en hoe ontwikkelen we een focus dat ook onszelf omvat, met onze verschillen, overtuigingen en vooroordelen die onvermijdelijk een rol spelen. Na dit en enkele andere hedendaagse standpunten over culturele deskundigheid te hebben overwogen trekt de auteur het idee in twijfel, datje deskundig kan worden in de cultuur van een ander. Ze stelt daarvoor een model in de plaats dat is gebaseerd op acceptatie van ons gebrek aan deskundigheid op het interculturele vlak. Een gevalsbeschrijving Twee kinderen uit een Afro-Amerikaans gezin, Kareem (13 jaar oud) en Malik (10 jaar oud) werden door hun 62-jarige oudtante en wettelijk voogd, mevr. W., aangemeld bij de jeugdafdeling van een kliniek voor geestelijke gezondheidszorg. Ze vroeg hulp omdat de kinderen op school en in de kerk ‘lastig waren’ en ze had het advies gekregen om voor de oudste een psychologische test te vragen. Mevr. W kreeg 4 jaar geleden de voogdij over deze jongens en over hun oudere zus Jade (14) en hun broertje Ken (7) en nam ze bij zich in huis, toen ze door de Sociale Dienst werden weggehaald bij hun grootmoeder, waar ze ernstig waren verwaarloosd. Volgens mevr. W waren de kinderen toen ‘wild’, en ze vertelde met genoegen hoe ze hen had gewend aan discipline en hen kennis had laten maken met godsdienst in haar kerk, waar ze nu enthousiast lid waren van de band. Hoewel ze duidelijk maakte dat ze, na haar eigen kinderen al te hebben opgevoed tot verantwoordelijke volwassenen, geen zin had om op haar 62-ste nog eens vier jonge kinderen groot te brengen, was mevr. W zichtbaar trots op wat ze had bereikt.

1-6-2004 - Ruth Dean
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een theoretisch kader voor contact met gezin en familie voor kinderen in langdurige pleegzorg

Onderzoek heeft aangetoond dat pleegkinderen haat kunnen hebben bij een relatie met hun biologische gezin en familie (Hess, 1988). De voordelen zijn onder andere het ontwikkelen van hechtings-vaardigheden, oplossing van de identiteitscrisis van de puberteit en de ontwikkeling van relaties voor het leven die elders misschien niet mogelijk is. Meestal echter verliezen kinderen in langdurige pleeg-zorg het contact met hun biologische familie (Casey Family Program, 1998) vanwege ongeïnteresseerdheid of laksheid bij de volwassenen in hun leven: familie, maatschappelijk werkers en pleegouders. Het doel van dit artikel is viervoudig. De bestaande literatuur over familiehereniging en bezoekregelingen voor kinderen in pleegzorg wordt doorgenomen om, ten eerste, een stevig uitgangspunt te ontwikkelen, en ten tweede een kader te ontwikkelen voor goed verlopend familiebezoek voor pleegkinderen. Ten derde worden praktische suggesties gedaan daarvoor en voor het omgaan met de reacties op het bezoek. Ten slotte worden belemmeringen voor positieve familiebanden onderzocht, evenals mogelijke oplossingen. De voorbeelden betreffen uitsluitend kinderen in langdurige pleegzorg (3 jaar of langer) binnen een project dat de auteur onderzocht. De term ‘biologische familie’ verwijst naar alle bloedverwanten van het betreffende kind en niet alleen naar het eigen gezin. Familie in bredere zin hoort daar dus bij, maar fictieve familie niet. De term ‘terugplaatsing’ behelst daarom niet alleen het nucleaire gezin, maar ook andere familie, want in de meeste gevallen had het kind de band met alle familie verloren. Ook de traditionele term ‘zorg van verwanten valt binnen deze term. Terugplaatsing betreft dus alle niveaus van contact tussen de biologische familie en het kind.

1-6-2004 - Susan C. Mapp
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Het werk van Selma Fraiberg (1980)

In dit artikel beschrijven we de behandeling van de vijf maanden oude Billy, die in een ernstige staat van ondervoeding werd verwezen naar ons GGZ-project voor heel jonge kinderen. De baby was aan het verhongeren. Zijn groeicurve liet een gevaarlijk neerwaartse lijn zien, die door onze kinderartsen geïnterpreteerd werd als de curve van een zuigeling in de richting van de kritische (en soms onomkeerbare) toestand die globaal gedekt wordt door de term ‘failure to thrive’ (groeiproblemen zonder organische oorzaak)1. Uitgebreid diagnostisch onderzoek van Billy bracht geen lichamelijke oorzaak voor zijn groeiproblemen aan het licht. Zijn psychische toestand was voor de artsen echter even alarmerend als zijn lichamelijke toestand. En zijn ouders, moeder 17 jaar oud en vader 21, leken uitgeput en zonder hoop. Op het oog was er geen band tussen de jonge ouders en hun baby. Ten tijde van de verwijzing zou Billy vanwege zijn steeds slechtere groei en geestelijke ontwikkeling in het ziekenhuis worden opgenomen als de ziekteverschijnselen niet binnen enkele weken tot staan konden worden gebracht. Billy’s gewicht was nog niet gedaald tot het kritische punt ‘beneden het derde percentiel’. Hij werd door het consultatiebureau zuigelingenzorg naar ons verwezen in de hoop dat kinderarts en psychiater door gezamenlijk de baby en de ouders te behandelen een zieken- huisopname konden vermijden en een gunstige oplossing vinden. Deze hoop werd verwezenlijkt in het werk dat vervolgens plaatsvond.

1-6-2004 - Vivian Shapiro, Selma Fraiberg, Edna Adelson
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Inhoudsopgave

ANTIEK & CURIOSA Dorrit Noble, De eenzame wereld van de familie van de patiënt VAN DE REDACTIE ARTIKELEN Diane Ehrensaft, Alternatieven voor de ooievaar. Fantasieën over vaderschap in gezinnen met een donorkind Susan C. Mapp, Een theoretisch kader voor contact met gezin en familie voor kinderen in langdurige pleegzorg Ruth Dean, De mythe van interculturele deskundigheid Ester R. Shapiro, Chronische ziekte als gezinsproces: veerkracht bevorderen vanuit het perspectief van de sociale ontwikkeling RUBRIEKEN Buitenlands onderzoek onderzocht Mirjam Lambermon, Rouw bij ouders: een ‘bloemlezing’ uit de onderzoeksliteratuur. Het werk van Selma Fraiberg Vivian Shapiro, Selma Fraiberg, Edna Adelson, Billy: Ouder-kindpsychotherapie bij een baby die gevaarlijk ondervoed is Bladeren Portret van het tijdschrift Families in Society — The Journal of Contemporary Human Services Recensie Diana Siskind, The child patient and the therapeuticprocess: a psychoanalytic, developmental, object relations approach Diana Siskind, Working with parents: establishing the essential alliance in child psychotherapy and consultation Diana Siskind, A primer for child psychotherapists

1-6-2004 -
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Recencies

Recensie Diana Siskind, The child patient and the therapeuticprocess: a psychoanalytic, developmental, object relations approach Diana Siskind, Working with parents: establishing the essential alliance in child psychotherapy and consultation Diana Siskind, A primer for child psychotherapists

1-6-2004 - Dr.Joop Hellendoorn
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Buitenlands Onderzoek Onderzocht - Rouw bij ouders: een bloemlezing uit de onderzoeksliteratuur

Het overlijden van een ouder of kind grijpt diep in iemands leven in. De invloed van zo’n verlies op ouderschap staat centraal in dit artikel. Eerst worden twee buitenlandse onderzoeken besproken over het verlies van een ouder, recent of in de kindertijd. Vervolgens komen twee andere empirische studies over het verlies van een kind aan bod. De onderzoeken laten zien dat deze gebeurtenissen niet alleen op een negatieve manier hoeven door te werken en passen daarmee in een trend in het rouwonderzoek om allerlei vastgeroeste opvattingen over rouw aan de kaak te stellen. Daartoe behoren de mythen dat het verlies van een ouder in de kindertijd een negatieve invloed heeft op het latere opvoederschap; dat het kind dat na het overlijden van een kind wordt geboren een ver-vangkind is; dat gevoelens geuit moeten worden voor een gezonde verwerking; en ten slotte dat tijd alle wonden heelt. Citaat van Kathy, moeder van vijf kinderen, waarvan er twee als baby overleden aan dezelfde onbegrepen ziekte; na het overlijden van deze twee kinderen werden nog twee kinderen (het vierde en vijfde) geboren: It’s not something that goes away...You dont move on like you do with the death of a sibling or a parent or a close relative, a friend. You dont move on in the same ways that people expect...It’s forever, and it’s so deep that it doesnt feel okay really ever...It’s just something that each of us lives with everyday. And it hurts everyday. (..) People, our families, dont really understand that. They think weve had the other two [children] and so everything’s okay. But you dont replace a child.

1-6-2004 - Mirjam Lambermon
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Van de redactie

De inhoud van dit derde internationale nummer van Ouderschap C Ouderbegeleiding vertoont geen rode draad - behalve misschien die van de variëteit aan onderwerpen waarmee ouderbegeleiders nu eenmaal te maken hebben: zowel moderne reproductietechnieken, als langdurige pleegzorg; zowel meersporige begeleiding van het gezin van een chronisch ziek meisje, als tienerouders die niet weten hoe je een baby de fles geelt, en ouders met rouw.

1-6-2004 - Alice van der Pas
Editie 2 - 2004
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

WTA

WTA (Het Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme) is een peerreviewed tijdschrift met als doelstelling het bevorderen van de verspreiding van wetenschappelijk gefundeerde kennis over het spectrum van autismestoornissen in het Nederlands taalgebied. De verbreding van het wetenschappelijk fundament is gericht op de verbetering van de positie van mensen met autisme in de samenleving in de meest brede zin van het woord.

Naar de website.



Ouderschapskennis

Ouderschapskennis, voor opvoedondersteuners en ouderbegeleiders, is een tijdschrift voor de studie van ouderschap en ouderschapsproblematiek. De redactie van Ouderschapskennis weet uit ervaring wat de dagelijkse dilemma’s op de werkvloer van ouders, ouderbegeleiders en opvoedondersteuners zijn.

Naar de website



Waardenwerk

Tijdschrift Waardenwerk richt zich op het onderzoeken en ondersteunen van werken aan waarden op drie, onderling samenhangende niveaus: het niveau van de persoonlijke bestaansethiek, het niveau van werk en professioneel handelen en het niveau van organiseren en besturen.

Naar de website



Participatie en Herstel

‘Participatie en Herstel’ is een voortzetting van het Tijdschrift voor Rehabilitatie en Herstel. Het richt zich op ondersteuning van maatschappelijk herstel, sociale inclusie en het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting van mensen met een verslaving of met forensische problematiek.


Naar de website