Magazine Logo

Er zijn 18 resultaten voor:

Placeholder image

Epiloog — wordt vervolgd

De herinneringen van de door Boet geïnterviewde PSW’s zijn waarschijnlijk wat grijzig ingekleurd door hoe het na 1960 bergafwaarts ging met hun vak. Het werk dat zij met zoveel plezier hadden gedaan werd enkele decennia later van nul en generlei waarde geacht, en hun dierbare werkplek, het MOB, heette opeens een exclusief en eenkennig middenklasse-bastion te zijn. 1959 was het jaar waarin ik mijn loopbaan als ouderbegeleider begon, en mijn herinneringen zijn anders. Door omstandigheden heb ik in tien jaar tijd vier opleidingsbureaus van binnen leren kennen: twee in Amsterdam en twee in Den Haag, twee neutrale, één protestants-christelijk en één katholiek, en ik laafde me aan de kwaliteit van het teamwerk en genoot van de gedegen zorg die aan ouders werd besteed door groepjes, bekwame PSW’s aan wie de psychiaters-directeur graag de dagelijkse zaken overlieten.

1-10-2003 - Alice van der Pas
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Je naaste buur is beter dan je verre broer

Interview met Anna-Lise Charles, gedragsdeskundige bij de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Den Haag Van Aruba naar Nederland De Nederlandse Antillen liggen in de Caribische Zee en bestaan uit de Bovenwindse eilanden St. Maarten, Sint Eustatius en Saba, ook wel de S-eilanden genoemd. Daarnaast zijn er de Benedenwindse eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao, ook wel de ABC-eilanden genoemd. Sinds ruim twintig jaar hoort Aruba bestuurlijk niet meer bij de Nederlandse Antillen, maar heeft het een zogeheten ‘status aparte’, waarover men nu ook op Curaçao en St. Maarten stemmen hoort opgaan. Er zijn ook belangrijke verschillen in de bevolking tussen Aruba en Curaçao. Op Curaçao ziet men iets meer de Afrikaanse invloed. Op Aruba wonen veel mensen van verschillende culturen en nationaliteiten. De authentieke bewoners zijn van oorsprong Indiaan en Zuid-Amerikaan. Aruba en Curaçao zijn eigenlijk al eeuwen multicultureel. Mijn ouders komen oorspronkelijk van Grenada en gingen later naar Aruba. Mijn moeder was verpleegkundige en mijn vader werkte bij een olieraffinaderij. Later gingen zij in de handel. Ondanks dat ik uit een ‘nucleair gezin’ kom, een gezin met een moeder én een vader, wat zeker niet gewoon is op de Antillen, heb ik toch van mijn moeder meegekregen om als vrouw sterk te zijn. Mijn moeder was behalve huisvrouw ook zakenvrouw. Bij ons thuis moest iedereen, los van het feit of je een jongen of meisje was, afwassen. Mijn moeder stond vroeg op, ontbeet met ons samen en vervolgens ging zij in haar winkel werken. Daarnaast was zij ook voorzitter van allerlei verenigingen. Ondanks haar drukke leven was haar huis altijd keurig.

1-10-2003 - Birsen Akin
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Het begon als naastenliefde in een zondags pak

‘ Ouders waren ons pakkie aan. Wij probeerden erachter te komen hoe zij met hun kind samenleefden. Wat de problemen waren. Ik kwam natuurlijk ook nog wel eens problemen van ouders zelf tegen. Maar in die tijd deden we daar heel weinig aan. Dat is pas veel later gekomen met de gezinsaanpak. De contacten met de ouders stonden in het teken van het kind. In het teken van de opvoeding, hoe pak je je kind aan et cetera. We praatten eens in de 14 dagen met de ouders. Geleidelijk werd dit minder frequent. We hadden geen standaardvragen. Zo’n gesprek ontwikkelde zich vanzelf. In mijn gedachten is het altijd belangrijk geweest dat ouders en kind zich vanuit het goede contact met mij gesteund voelden (Een gepensioneerde psychiatrisch maatschappelijk werkster over ouderbegeleiding in de jaren vijftig op het MOB). Trefwoorden: psychiatrisch sociaal werk (PSW), medisch opvoedkundig bureau (MOB), ouderbegeleiding Anoushka Boet is historica en docente op de Hogeschool De Horst te Driebergen en werkt bij de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling. Adres: VSK, Postbus 641, 3500 AP Utrecht. E-mail: vsk@transact.nl Inleiding Soms lijkt het alsof ouderbegeleiding een beroep zonder historische wortels is. Niets is minder waar. Dit beroep heeft een lange geschiedenis, hoewel het woord ouderbegeleiding tot zo’n vijfentwintig jaar geleden nauwelijks bestond. Ouderbegeleiders gebruikten in het verleden allerlei benamingen om hun werk te beschrijven: sociaal werk, geschoold maatschappelijk werk, casework en psychiatrisch maatschappelijk werk. Het woord ouderbegeleiding is van lieverlee ontstaan. In dit artikel2 wordt het vroege verleden van de ouderbegeleiding uitgediept. Het gaat daarbij vooral om het ontstaan en de dagelijkse praktijk van de ouderbegeleiding binnen de Medisch Opvoedkundige Bureau’s die vanaf 1928 overal in Nederland werden opgericht. Ouderbegeleiding in andere instellingen komt alleen zijdelings ter sprake. Het eerste gedeelte gaat over de ontstaansgeschiedenis van de Medisch Opvoedkundige Bureaus (MOB’s).

1-10-2003 - Anoushka Boet
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

In gesprek met een onderzoeker

Prof. Mr. Jan Willems is jurist, verbonden aan het Centrum voor de Rechten van de Mens aan de Universiteit Maastricht en bijzonder hoogleraar Rechten van het Kind’ aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij beoefent een nieuw vakgebied, internationaal opvoedingsrecht, en stelt van daaruit kindermishandeling aan de kaak. De schaal waarop in Nederland kindermishandeling plaatsvindt, maakt dat er sprake is van maatschappelijke 'kindermisbehandeling'. Nederland schendt daarmee de internationale rechtsorde, in het bijzonder de mensenrechten en het Kinderrechtenverdrag. Een gesprek over het recht als middel om een maatschappelijk probleem aan te pakken, over een falend hulpverleningssysteem, over de overheid die haar verantwoordelijkheid voor kinderen ontloopt en over de mythe van opvoedingsautonomie. Trefwoorden: rechten van het kind, kindermishandeling Inleiding Een mensenrechtenjurist en -activist die zich met opvoeding bezig houdt. Een opmerkelijke combinatie, maar niet voor jurist Jan Willems. Prof. Mr. Jan C.M. Willems is verbonden aan het Centrum voor de Rechten van de Mens aan de Universiteit Maastricht. Sinds kort is hij ook bijzonder hoogleraar ‘Rechten van het Kind in het perspectief van de internationale mensenrechten’ aan de VU in Amsterdam.

1-10-2003 - Mariëtte Hoogsteder en Marianne van de Laar
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Inhoudsopgave

VAN DE REDACTIE KOLOM Bert Krapels, Zorg THEMA I: 75 JAAR OUDERBEGELEIDING Joop Hellendoorn, Inleiding op het thema 1928: E.C. Lekkerkerker, Consultatie-bureaux voor moeilijke kinderen Anoushka Boet, Het begon als naastenliefde in een zondagspak 1938: Aankondiging van een lezing over Consultatiebureaus voor moeilijke kinderen 1948: Dr. PH.C. Tibout, Een casus Alice van der Pas, Epiloog - wordt vervolgd THEMA II: VRAGENLIJSTEN: HULPMIDDEL OF STRUIKELBLOK? Mirjam Lambermon, Inleiding op het thema Alice van der Pas, ‘Vragenlijsten over gezin of opvoeding kunnen de oudervaardigheid schaden Erik Rijntjes, Vragenlijst, instrument met een verarmend perspectief Bert Krapels, Vragenlijsten als hulpje, een gebruiksaanwijzing RUBRIEKEN Surf & Zap Erik Rijntjes, Over verwachtingen, moraal en hoop Je naaste buur is beter dan je verre broer Annelise Charles, Op Aruba kennen we geen allochtonen! Wellesnietes Ingezonden brieven over Gewik en geweeg in depleegzorg In gesprek met een onderzoeker Jan Willems, Trekken aan de staart van een koe, of hoe krijgen we kindermishandeling op de politieke agenda? LITERATUUR Essay Herman Baartman, Het grootbrengen van kinderen met een ziekte die niet overgaat Recensies Paulien Bom, Kinderen en grenzen stellen Liesbeth Smulders-Groenhuijsen, En ze leefden nog lang en gelukkig - kinderen en scheiding Riet Portengen, Dichter bij huis. Netwerkpleegzorg in Nederland Deborah K.McGuire en Donald E. McGuire, Linking Parents toplay Therapy Notabene SUMMARIES

1-10-2003 -
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Kolom - Zorg

Kolom - Zorg

1-10-2003 - Bert Krapels
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Literatuur- essay

Deze tekst is de bewerking van een lezing met dezelfde titel op de jaarlijkse ontmoetingsdag van de Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting (NCFS) op 12 april 2003. Inleiding Problemen van ouders bij het grootbrengen van een chronisch ziek kind kun je onderscheiden in gewone opvoedingsproblemen en problemen die gerelateerd zijn aan het feit dat hun kind een chronische ziekte heeft én dat die ziekte levensbedreigend is. Ik heb zelf op dit gebied geen speciale deskundigheid: als vader heb ik die expertise niet hoeven te ontwikkelen, en in mijn werk - bij de afdeling orthopedagogiek van de Vrije Universiteit - heb ik me sinds een jaar of 15 in iets heel anders verdiept, namelijk in kindermishandeling. Mijn pogen iets te begrijpen van ouders die hun kinderen mishandelen heeft echter gemaakt dat ik me ben gaan afvragen wat in het algemeen de kwetsbaarheden en de sterktes van ouders zijn en hoe die zich in allerlei situaties tot elkaar verhouden. Ik heb het in dit artikel dan ook niet over ouders bij wie kinderen ernstig te kort komen, maar over ouders die een kind ondanks een ernstige ziekte in leven willen houden en het een zo goed mogelijk leven bieden. Net als andere ouders gaat hun dat niet altijd even goed af, en - net als andere ouders — leren ze met vallen en opstaan. Alvorens iets te zeggen over specifieke opvoedingsproblemen, wil ik het hebben over de vraag wat alle ouders drijft en op de been houdt, ook als het heel erg tegen zit.

1-10-2003 - Herman Baartman
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Literatuur- nota bene

Een allerhande aan artikelen en boeken kort gesignaleerd: Nederlands en anderstalig, oud en nieuw, praktisch en theoretisch, verzorgd (en soms geannoteerd) door Alice van der Pas

1-10-2003 - Alice van der Pas
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Literatuur- recensies

Literatuur- recensies

1-10-2003 -
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Summaries

Summaries

1-10-2003 -
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Surf & Zap

Informatie die zich van geen enkel schema iets aantrekt Over verwachtingen, moraal' en hoop ‘Voor de Cito-scores is niet de kleur van de school bepalend, maar de verwachtingen van de leerkracht. Van elite-kinderen verwacht de leerkracht dat ze veel aan kunnen. Die verwachting maakt zichzelf waar. Ze krijgen extra lesstof aangeboden en ze worden extra uitgedaagd. Van kinderen van laagopgeleide ouders denken leerkrachten al snel dat te stof te moeilijk is. Dus krijgen ze minder lesstof’.

1-10-2003 -
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Thema I: Inleiding op het thema

Hoewel dit tijdschrift nog jong is - dit is deel drie van de zesde jaargang - bestaat Ouderbegeleiding al heel lang. Vijfenzeventig jaar, tenminste als we ervan uitgaan dat het vak voor het eerst als zodanig werd erkend in 1928, bij de oprichting van het eerste MOB in Amsterdam. Bij die mijlpaal staan we stil in dit nummer. Uit 1927 dateert het artikel van Lekkerkerker, een van de pioniers van het psychiatrisch sociaal werk. Zij beschrijft de vergadering waarin de Nederlandsche Vereeniging ter Bevordering van Consultatiebureaus voor Moeilijke Kinderen werd opgericht. Deze vereniging ging MOB’s oprichten en beheren. En hoewel er ter vergadering blijkbaar flink gediscussieerd werd, onder andere over mogelijke samenwerkingsverbanden binnen de psychiatrie (is er Iets nieuws onder de zon?), was het enthousiasme zo groot, dat een jaar later het eerste MOB zijn deuren kon openen.

1-10-2003 - Joop Hellendoorn
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Thema II: Inleiding op het thema

Een van mijn kinderen wordt binnenkort psychologisch onderzocht. Ik ben zelf psycholoog, maar wat een onhandig vak is dat eigenlijk. Er zijn allerlei beroepen (timmerman, kok, verpleegkundige, serveerster, manager) waar je thuis ook plezier van hebt, maar niet van mijn vak. Je kunt je eigen kind niet testen en van je kennis heb je alleen maar last. Want tja, wat is nu eigenlijk een goed psychologisch onderzoek? Hoe zal mijn kind zich tijdens het onderzoek tonen?

1-10-2003 - Mirjam Lambermon
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Van de redactie

‘Beoordeel het kind niet, zonder dat men het diepgaand geestelijk en lichamelijk heeft onderzocht en den invloed van de omgeving heeft nagegaan Zo luidde een van de stellingen die in 1938 door mejuffrouw Ongerboer werden besproken met de dames van ‘den Kring tot Gedachtenwisseling’. De uitnodiging tot die bijeenkomst is opgenomen in het thema ‘75 jaar ouderbegeleiding.’ Mejuffrouw Ongerboer was eerder adjunct-inspectrice bij de Haagse kinderpolitie. Toen zij in die functie zag wat het eerste Medisch Opvoedkundig Bureau, of MOB, opgericht in 1928 in Amsterdam, voor ‘criminele en anderszins moeilijke kinderen’ kon betekenen, besloot zij in Amerika een opleiding tot psychiatrisch maatschappelijk werkster te volgen.

1-10-2003 - Ineke Huibregtsen
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Vragenlijst

Instrument met een verarmend perspectief Samenvatting Vragenlijsten passen volgens de auteur binnen een biomedisch georiënteerde onderzoeks- en hulp-verleningscultuur. Deze cultuur heeft de laatste jaren terrein gewonnen, ook binnen de Kinder- en Jeugd GGZ. Betoogd wordt dat er bezwaren aan deze ontwikkeling kleven. Aan de hand van vier hoofdlijnen illustreert de auteur deze bezwaren: cliënten dreigen gereduceerd te worden tot hun klachten, voor het verhaal daarachter is steeds minder aandacht, en zicht op de context gaat verloren. Conclusie: een verarmende ontwikkeling. Erik Rijntjes is gz-psycholoog/psychotherapeut en werkt bij Kurijn, vrijgevestigde praktijk voor psychotherapie te Rijswijk en bij de ambulante afdeling voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie van de Bavo-RNO Groep te Rotterdam. Hij is supervisor van de NVRG en buitengewoon supervisor van de VKJP. Werkadres: Prins Hendriklaan 13, 2281 EA Rijswijk, telefoon: 070-4151800 Inleiding De afgelopen jaren is het gebruik van vragenlijsten, ook binnen de Kinder- en Jeugd-GGZ sterk toegenomen en het lijkt erop dat die ontwikkeling zich voortzet. Hulpverleners denken nogal verschillend over het nut en onnut ervan, maar in de praktijk worden ze meer en meer gebruikt in standaard intake - en onderzoeksprocedures. In dit artikel wordt gekeken naar vragenlijsten vanuit de context waarin ze worden gebruikt. Die context wordt enerzijds bepaald door het toegenomen medisch-biologisch denken. De invloed daarvan op de GGZ is groot. Daarnaast is er de invloed van financiers: overheid en verzekeraars. De noodzaak tot kostenbeheersing heeft geleid tot een grotere nadruk op het afleggen van verantwoording voor ons handelen. De ontwikkeling van welomschreven zorgprogramma’s is mede daardoor gestimuleerd. Binnen een door de DSM-IV-categorieën bepaalde diagnostiek en daaraan gekoppelde zorgprogramma’s nemen vragenlijsten een logische plaats in.

1-10-2003 - Erik Rijntjes
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Vragenlijsten als hulpje!

Vragenlijsten voor ouders worden te vaak gebruikt met als doel objectieve diagnostiek te bedrijven. Er wordt dan voorbij gegaan aan methodische overwegingen bij het inzetten van een dergelijk instrument. Beschreven wordt welke manco’s er kleven aan het gebruik van vragenlijsten voor objectieve diagnostiek. Vervolgens pleit de auteur ervoor juist methodische afwegingen te maken. Daarbij kan gedacht worden aan: het stimuleren van een andere kijk op het probleem, snelle informatieverzameling, het beter hanteren van conflictsituaties, het expliciteren en toetsen van hypothesen en het evalueren van veranderingen. Trefwoord: vragenlijsten Bert Krapels is kinder- en jeugdpsycholoog/psychotherapeut in eigen praktijk en bij de school van het Pedologisch Instituut in Den Haag. Adres: Beeklaan 476, 2562 BM Den Haag. Tel.: 070-3467972. E-mail: bert.krapels@wanadoo.nl Vragenlijsten zijn leuk en spannend Vragenlijsten horen bij mijn diagnostische en methodische inventaris. Mijn persoonlijke voorkeur speelt daarbij zeker een rol. Zelf vul ik graag een vragenlijst in. Leuk om te kijken wat er gevraagd wordt, maar ook om na te gaan welke score ik haal. Geen Libelle- Viva- of Hitkrant-test is bij mij veilig. Ben ik een goede minnaar, functioneer ik sociaal genoeg, eet ik gezond, deug ik als ouder? Als de uitslag mij bevalt, zak ik tevreden weg in mijn leunstoel. Wanneer de score mij te negatief is, kan ik altijd nog twijfelen aan de waarde van deze ‘test’. Gezien de hoeveelheid vragenlijsten in tijdschriften vinden meer mensen het leuk om te testen wie of wat ze misschien zijn. Eenzelfde houding heb ik naar vragenlijsten die een beeld pogen te geven van het ouderlijk functioneren of de positie van het kind in het gezin, waarom zouden die ook niet leuk, informatief en discutabel kunnen zijn?

1-10-2003 - Bert Krapels
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Vragenlijsten over gezin of opvoeding kunnen de oudervaardigheidschaden; argumenten voor een waarschuwingssticker

Vragenlijsten over gezin ofopvoeding moeten worden voorzien van een sticker met bovenstaande waarschuwing, meent de auteur, want ze bevatten schadelijke ingrediënten voor ouders en ouderbegeleiding. Na een inleiding waarin zij haar scepsis ten aanzien van deze vragenlijsten introduceert, behandelt ze praktisch-ethische bezwaren van het gebruik ervan in ouderbegeleiding. Het gebruik van vragenlijsten behelst een wijze van communiceren die inherent ouder-onvriendelijk is. Maar ook beïnvloeden de opzet en de theoretische achtergrond van deze lijsten de sensitiviteit van de hulpverlener ten aanzien van ouders in nadelige zin. De lijsten dragen een naïeve visie op ouderschap en opvoeding uit en ze versmallen het taalgebruik en het denken van de hulpverlener. Alles bijeen voldoende ‘bijwerkingen om een waarschuwingssticker te plakken op elke ‘ouder-vragenlijst’. Een lijst van de hieronder genoemde vragenlijsten, met bijbehorende bibliografische gegevens, staat aan het eind van het artikel. Trefwoorden: vragenlijsten, ouderbegeleiding Alice van der Pas PhD, MSWis opleider ouderbegeleiding en publiciste Inleiding: algemene bezwaren van ‘ouder-vragenlijsten’ Vragenlijsten invullen is leuk werk, zelfs het belastingformulier, en ik bewonder altijd de makers ervan sinds ik dertig jaar geleden er zelf een ontwierp voor de leerkrachten van MOB-klantjes en merkte hoe nauw het allemaal luistert: niet te lang, concreet, eenvoudige taal, vriendelijke toon, positief geformuleerd, niet suggestief, enzovoort. De lijst was niet gevalideerd, maar bespaarde ons menig tijdrovend schoolbezoek, legde contact met leerkrachten, en doordat dezen ook iets van hun verhaal erin kwijt konden, attendeerden ze ons op hun problemen. Onze agenda bepaalde echter de vragen, en dus de opbrengst van de lijst. Dat was nog sterker het geval toen ik, vele jaren eerder, een deel van het platteland van Oost-Nederland afstruinde met een dialect-vragen-lijst in de hand. Ik herinner me hoe lastig het was om duidelijk te maken dat de interesse van mijn opdrachtgever uitging naar wat voor de dialectsprekers oninteressant was: hun dagelijkse taalgebruik.

1-10-2003 - Alice van der Pas
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Welles nietes

Een reactie op het pleegzorg-thema-nummer Met grote belangstelling las ik het themanummer over pleegzorg. Maar ik was teleurgesteld. Het was een herhaling van de discussie van 7 jaar geleden. In de literatuurlijst wordt zelfs verwezen naar het boek Pleegzorg in balans dat naar aanleiding van die discussie verscheen. Toen was het absoluut een relevant thema, nu ook nog, maar er zijn wel veel zaken veranderd. Wat niet is veranderd is de kruistocht van Tonny Weterings, en ik heb daar veel waardering voor. Ze gaat steeds maar door en blijft hetzelfde roepen, misschien wel steeds harder en ongenuanceerder omdat ze het zo belangrijk vindt dat haar boodschap gehoord wordt. En volkomen voorspelbaar zijn dan de daarop volgende ‘ja-maar’-reacties. Het is jammer dat het themanummer nauwelijks aandacht besteedt aan recente ontwikkelingen in de pleegzorg. Met extra subsidies vanuit VWS wordt een ingrijpend innovatietraject gerealiseerd. Daarbij krijgt het thema van de tijdelijkheid van uithuisplaatsingen zeer veel aandacht. In heel Nederland doet men inmiddels ervaring op met intensieve zorgpro-gramma’s bij eerste uithuisplaatsing, met als doel ouders te leren weer voor hun kind te zorgen. Binnen het werkgebied Rotterdam heet dat zorgprogramma ‘Perspectief thuis’, waarin ouders en pleegouders zeer intensief met de hulpverlener (die een caseload van 3 heeft, vergelijkbaar met Families First!) samenwerken. Het is een nog niet wijd verspreide, maar zeer belangrijke tendens. Op 30 oktober organiseert de MO-groep samen met Pleegzorg Nederland een conferentie over deze programma’s.

1-10-2003 - Riet Portengen
Editie 3 - 2003
Ouderschapskennis
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

WTA

WTA (Het Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme) is een peerreviewed tijdschrift met als doelstelling het bevorderen van de verspreiding van wetenschappelijk gefundeerde kennis over het spectrum van autismestoornissen in het Nederlands taalgebied. De verbreding van het wetenschappelijk fundament is gericht op de verbetering van de positie van mensen met autisme in de samenleving in de meest brede zin van het woord.

Naar de website.



Ouderschapskennis

Ouderschapskennis, voor opvoedondersteuners en ouderbegeleiders, is een tijdschrift voor de studie van ouderschap en ouderschapsproblematiek. De redactie van Ouderschapskennis weet uit ervaring wat de dagelijkse dilemma’s op de werkvloer van ouders, ouderbegeleiders en opvoedondersteuners zijn.

Naar de website



Waardenwerk

Tijdschrift Waardenwerk richt zich op het onderzoeken en ondersteunen van werken aan waarden op drie, onderling samenhangende niveaus: het niveau van de persoonlijke bestaansethiek, het niveau van werk en professioneel handelen en het niveau van organiseren en besturen.

Naar de website



Participatie en Herstel

‘Participatie en Herstel’ is een voortzetting van het Tijdschrift voor Rehabilitatie en Herstel. Het richt zich op ondersteuning van maatschappelijk herstel, sociale inclusie en het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting van mensen met een verslaving of met forensische problematiek.


Naar de website